-
1 немедленно
advgener. acuut, instantelijk, onmiddellijk, seffens, dadelijk, ogenblikkelijk, direct, meteen, op staande voet, op stel en sprong, terstond, zonder vertoef, zonder verwijl, zonder verzuim -
2 тотчас
advgener. alras, direct, aanstonds, aldra, dadelijk, fluks, grif, heet van de naald, instantelijk, meteen, ogenblikkelijk, onmiddellijk, op slag, op stel en sprong, terstond, zonder meer, zonder verzuim -
3 pied
pied [pjee]〈m.〉2 voet ⇒ voeteneinde, onderkant, basis4 versvoet♦voorbeelden:1 de pied en cap • helemaal, van top tot teenmarcher en pieds de chaussettes • op kousenvoeten lopenavoir un pied dans la fosse, la tombe • met één been in het graf staanfaire le pied de grue • eindeloos staan wachtenfaire des pieds et des mains • hemel en aarde bewegenmettre les pieds dans le plat • een blunder begaanavoir les pieds sur terre • met beide benen op de grond staandes pieds à la tête • van top tot teenavoir bon pied, bon oeil • (nog, weer) helemaal in vorm zijn 〈 van bejaarde, herstellende〉de pied ferme • vastberadense lever du pied gauche, du mauvais pied • met het verkeerde been uit bed stappenpartir du pied gauche • zich (vastberaden) op weg begevenau pied levé • onvoorbereid, op stel en sprongavoir le pied marin • zeebenen hebbenpieds nus • blootsvoets, barrevoetspied plat • platvoetà pied sec • met droge voetenavoir pied • de bodem aanrakenavoir un pied qp. • ergens invloed hebbencasser les pieds à qn. • iemand aan z'n kop zeurenne pas savoir sur quel pied danser • niet weten waar men aan toe isfaire du pied à qn. • iemand met de voet een seintje geven; voetje vrijen met iemandcela lui fera les pieds • dat zal een lesje voor hem zijnlâcher pied • terrein verliezen, terugkrabbelenlever le pied • er (met het geld) vandoor gaanne pas se laisser marcher sur les pieds • zich niet op zijn kop laten zittenmettre le pied dehors • z'n neus buiten de deur stekenmettre les pieds qp. • ergens heengaan, komenmettre pied à terre • uitstappen, landen, afstijgenne plus pouvoir mettre un pied devant l'autre • geen stap meer kunnen verzettenperdre pied • geen vaste grond meer onder de voeten hebben 〈 ook figuurlijk〉; geen houvast meer hebbenremettre qn. sur pied • iemand weer op de been helpenne remuer ni pied ni patte • geen vin verroerentraîner les pieds • sloffenà pied • te voet, lopend〈 vulgair〉 je t'emmerde à pied, à cheval, en voiture! • je kan me verder de pot op!mettre qn. à pied • iemand de laan uitsturenpied à pied • voetje voor voetjesauter à pieds joints • hinkelen, springen met beide benen bij elkaaril ne sortira plus d'ici que les pieds en avant, devant • hij zal deze ruimte niet levend verlatenun portrait en pied • een portret ten voeten uit〈 figuurlijk〉 cela ne se trouve pas sous le pied d'un cheval • dat vind je niet op iedere straathoeksur pied • uit bed, op de beenmettre sur pied une affaire • een zaak op poten zettenpieds de céleri • selderijstengelsmettre qn. au pied du mur • iemand voor het blok zettenà pied d'oeuvre • klaar om te beginnenêtre à six pieds sous terre • zes voet diep onder grond liggen, dood en begraven zijnau pied de la lettre • in de letterlijke betekenis van het woordfaire un pied de nez • een lange neus makenpied de vigne • wijnstokau petit pied • in het klein(c'est) le pied! • (dat is) onwijs goed!il ne se mouche pas du pied • hij heeft nogal een hoge dunk van zichzelfse traîner aux pieds de qn. • iemand op z'n knieën smekenmettre sur le même pied • op één lijn stellenêtre traité sur le pied de • behandeld worden alssur un pied d' égalité • op voet van gelijkheidvivre sur un grand pied • op grote voet leven〈 informeel〉 comme un pied • heel slecht, waardeloosm1) voet2) versvoet -
4 au pied levé
au pied levéonvoorbereid, op stel en sprong -
5 dare-dare
-
6 subito
-
7 subito presto
subito presto -
8 Knall
〈m.; Knall(e)s, Knalle〉♦voorbeelden:〈 informeel〉 (auf) Knall und Fall • op stel en sprong, op staande voet -
9 Stand
〈m.; Standes, Stände〉2 staat, (toe)stand3 stand, klasse ⇒ rang; beroep(sgroep)6 stalletje, kraampje8 paardenvak, stand10 〈meervoud; geschiedenis〉stenden, staten♦voorbeelden:auf dem neuesten Stand der Technik • technisch helemaal bij, up-to-dateaus dem Stand • zonder aanloop〈informeel; figuurlijk〉 keinen guten Stand bei jemandem haben • bij iemand niet in een goed blaadje staanim Stande, in Stand halten • onderhouden, in goede staat houdenim Stand laufen • stationair lopen, draaien 〈 motor〉im Stand(e) sein, etwas zu tun • in staat zijn om iets te doenetwas ist gut in Stand • iets is in goede staataußer Stand(e) sein • niet in staat zijnjemanden außer Stand(e) setzen, etwas zu tun • het iemand onmogelijk maken iets te doenjemanden in Stand setzen, in den Stand versetzen, etwas zu tun • iemand in staat stellen iets te doenetwas in Stand setzen • iets herstellen, reparerenetwas zu Stande bringen • iets tot stand brengenzu Stande kommen • tot stand komenvon Stand • van stand, standingder ledige Stand • de ongehuwde staat〈 formeel〉 in den (heiligen) Stand der Ehe treten • in het huwelijk, de echt treden -
10 auf Knall und Fall
op stel en sprong, op staande voet -
11 aus dem Stand heraus
aus dem Stand (heraus) -
12 Satz
〈m.; Satzes, Sätze〉2 stel, set ⇒ groep, serie, reeks6 sprong, zet♦voorbeelden:6 in, mit einem Satz • met een sprong, in een zetetwas in, zum Satz geben • iets laten zetten
См. также в других словарях:
Sprung — Auf dem Sprunge stehen: im Begriffe sein, etwas zu tun (zu gehen), auch: wie ein Raubtier gespannt auf etwas warten und bereit zum sofortigen Handeln sein.{{ppd}} Immer auf dem Sprung sein: immer große Eile haben, aber eigentlich trotzdem… … Das Wörterbuch der Idiome